Geschiedenis van de Hollandse Waterlinie en de Zuidwestelijke Stelling van de Monden van de Maas en het Haringvliet
De geschiedenis van met name het huidige dubbeleiland Voorne-Putten vormde samen met de vestingsteden Hellevoetsluis, Brielle , Willemstad en Heusden, de zuidelijke water-verdedigingslinie van het rijke Holland tussen de 17e en 20e eeuw. Nu is het een aantrekkelijk gebied voor strand-, water- en natuurliefhebbers met monumentale steden en vele verblijfs- en uitgaansmogelijkheden, waaronder musea, hotels, verblijfsaccomodaties, jachthavens, sportparken, recreatieparken en eetgelegenheden.
Nederland, dat grotendeels lager dan de zeespiegel ligt, heeft zich door de eeuwen heen vaak verdedigd door polders onder water te zetten. Door die “Hollandse Waterlinie,” en door dijken en wallen versterkte steden, was Holland een praktisch onneembare vesting. Bij oorlogsdreiging konden militairen van Muiden tot aan de Biesbosch brede stroken land onder water zetten. Tot 1940 heeft die strategie goed gefunctioneerd. In de periode 1870-1940 is de Waterlinie drie keer in stelling gebracht. De eerste keer was tijdens de Frans–Duitse Oorlog van 1870–1871. De tweede keer was tijdens de Eerste Wereldoorlog van 1914–1918. En de laatste mobilisatie was in 1939-1940 aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Het systeem bleek toen jammerlijk verouderd, de Duitsers vlogen er gewoon overheen. Tegenwoordig is het open Linielandschap het grootste Rijksmonument van Nederland en bovendien genomineerd als UNESCO werelderfgoed.
In het zuidwesten steunt de Linie op de vestingwallen van Brielle, de Hoofddijk, de Oostdijk en de Westdijken van het Voornse Kanaal. In het oosten op ondermeer de vestingsteden Willemstad en Heusden. De vestingen Hellevoetsluis en Brielle vormen de vleugelsteunpunten van deze “Zuidwestelijke Stelling van de Monden van de Maas en het Haringvliet.” De vestingsteden met de monumentale binnensteden en hun verdedigingswerken, het strand, de duinen, het polderlandschap en de voormalige zeearmen zijn nu voor binnen- en buitenlandse toeristen bijzonder aantrekkelijk.
Het dubbeleiland Voorne-Putten beslaat een gebied in de Nederlandse provincie Zuid-Holland tussen het Haringvliet, het Spui, de Oude Maas en het Brielse Meer. Het ligt direct ten zuiden van het grote haven- en industriegebied van Rotterdam. De voornaamste plaatsen op Voorne-Putten zijn de stad Spijkenisse, de oude vestingstad Brielle, de voormalige vesting en marinehaven Hellevoetsluis en de badplaatsen Rockanje en Oostvoorne. Bezienswaardig zijn de historische tolstadjes Heenvliet en Geervliet aan weerszijden van het plassengebied de Bernisse. Dit watergebied vormt de scheiding tussen de vroegere eilanden Voorne en Putten. Het westen van Voorne wordt in beslag genomen door een belangrijk natuurgebied, het “Voornes Duin.” Een gebied met duinvalleien en een rijk vogelleven. Overal op Voorne herinneren verdedigingswerken aan de eeuwenlange strijd tegen vijanden die het eiland door de ligging aan zee ongehinderd konden bezetten. In het “Voornes Duin” zijn nog de restanten van verdedigingswerken te vinden die in de 2e Wereldoorlog met behulp van dwangarbeiders onder leiding van de Duitse bezettingsmacht zijn gebouwd. Een belangrijk onderdeel is de voor publiek toegankeljjke “Biberbunker.” De “Stelling Biber” zag in 1943 volledig het licht en was onderdeel van een geavanceerd ingesteld luchtverdedigingssysteem. Maar ook de diverse forten op het eiland herinneren aan de belangrijke rol die voor het “Vestingeiland-Holland” in de verdediging van “Holland” tot voor kort was weggelegd en waardoor de marinestad Hellevoetsluis en de garnizoensstad Brielle door de jaren heen een blijvend ander aanzicht kregen.